Economie samenvatting jong en oud - lweo/lesbrief-jong-en-oud-5e-druk/ HOOFDSTUK 4 - JONG EN OUD 4. - Studeersnel (2024)

lweo/lesbrief-jong-en-oud-5e-druk/HOOFDSTUK 4 - JONG EN OUD4.youtube/watch?v=sI16M7IaIdYgevangenen dilemmayoutube/watch?v=t9Lo2fgxWHwbindende afspraakEen afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt of nietonderuit kunt. In de speltheorie: men heeft vantevoren afgesproken een bepaalde strategie tevolgen.dominante strategieDe strategie die het beste resultaat oplevert, ongeachtde keuze van de andere speler(s).free rider(= meelifter) Iemand die profiteert van deinspanningen van een ander.meelifter(= free rider) Iemand die profiteert van de inspanningen van een ander.SpeltheorieDe speltheorie is een tak van de wiskunde waarin het nemen van beslissingen centraalstaat. Met toepassingen in de economie, sociologie en biologie is het een zich snelontwikkelend onderdeel van de wetenschap. De speltheorie biedt een raamwerk waarbinnenstrategischeinteractie tussen'spelers'bestudeerdwordt.

4.

Ruilen over de tijdSparen is het uitstellen van consumptie en lenen is het vervroegen van consumptie. Er wordtgeruild over de tijd. Geld verdienen en geld uitgeven gebeuren in verschillende periodes. Alsje geld leent, moet je rente betalen en als je spaart, ontvang je rente. de prijs van ruilen overde tijd is dus renteconsumerenHet kopen van goederen en diensten door gezinnen (particuliere consumptie) en overheid(overheidsconsumptie) om in bestaande behoeften te voorzien.lenenDoor te lenen wordt geld ontvangen dat later terugbetaald moet worden (met rente).vervroegen = lenenrenteVergoeding voor spaargeld of leengeld. De prijs van geld. De beloning die betaald moetworden voor het lenen van geld en die ontvangen wordt voor het uitlenen van geld. (=interest) Beloning voor de productiefactor kapitaal.ruilen over de tijd(= intertemporele ruil) Consumptie van nu verschuift naar consumptie in de toekomst ofomgekeerd. Geld verdienen en uitgeven gebeurt in verschillende periodes.sparenHet niet uitgeven van een deel van het inkomen. Het niet consumeren van een deel van hetinkomen. uitstellen = sparenstroomgrootheidIets dat over een bepaalde periode, een maand of een jaar, worden gemeten.Stroomgrootheden staan bijvoorbeeld voor een bepaald bedrag op de resultatenrekeninggenoteerd, zoals de omzet en loonkosten.vermogenHet geld dat in een onderneming is gestoken om de bezittingen te betalen. Bezit minusschuld.voorraadgrootheidIets dat op een bepaald moment of tijdstip wordt gemeten, zoals het spaargeld dat je op 1januari hebt.Betere uitleg

algemene heffingskortingEen heffingskorting is een bedrag dat wordt afgetrokken van de belasting die je moetbetalen aan de overheid. Het is eigenlijk een soort belastingvermindering. Het doel vanheffingskortingen is om ervoor te zorgen dat mensen met lagere inkomens minder belastingbetalen en zo meer overhouden van hun inkomen om van te leven.ArbeidsinkomenInkomen verdiend uit arbeid. De optelsom van loon en winst uit eigen zaak.arbeidskortingArbeidskorting is een belastingvoordeel dat mensen krijgen omdat ze werken. Het is eenbedrag dat van de belasting die je moet betalen wordt afgetrokken. Hoe meer je werkt enverdient, hoe hoger deze korting meestal is. Stel je voor dat je belasting moet betalen op jeinkomen uit werk. Arbeidskorting is een soort beloning voor het feit dat je aan het werk bent.Het is bedoeld om werken financieel aantrekkelijker te maken.belastbaar inkomenBruto inkomen min aftrekposten.brutoloonHet loon voor aftrek van belastingen en premies.degressief belastingstelselEen belastingstelsel waarbij het gemiddelde belastingpercentage daalt als het inkomentoeneemt.denivelleringHet groter worden van de relatieve inkomensverschillen.draagkrachtbeginselHogere inkomens moeten in verhouding meer belasting betalen dan de lagere inkomens (desterkste schouders dragen de zwaarste lasten).gemiddelde belastingtarief(= gemiddelde heffingstarief) Loonheffing als percentage van het brutoloon.gemiddelde heffingstariefZie gemiddelde heffingsdruk. Inkomensheffing als percentage van het bruto looninkomen.heffingskortingenBedragen die in mindering worden gebracht op de te betalen loonheffing.inkomensheffingHet bedrag dat je aan belasting en premie volksverzekeringen over je inkomen betaalt.inkomstenbelastingHet bedrag dat je aan belasting betaalt over je inkomen.

loonBeloning voor geleverde arbeid: beloning voor de productiefactor arbeid.loonheffingHet bedrag dat als voorheffing van de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringenwordt ingehouden op het brutoloon.marginale belastingtarief(= marginale heffingstarief) Het percentage belasting dat je betaalt over extra verdiendinkomen, dus over je laatst verdiende euro.marginale heffingstarief(= marginale belastingtarief) Het percentage belasting dat je betaalt over extra verdiendinkomen dus over je laatst verdiende euro.nettoloon(= besteedbaar loon) Loon na aftrek van belastingen4.

Lorenzcurve

Uitleg vragen aan Jeroen poepslaafHet tekenen van een LorenzcurveVoorbeeld: er zijn 5 groepen inkomenstrekkers die elk 20% van alle inkomenstrekkersomvatten. Vijf kwintielen dus. Van deze 5 groepen is het inkomensaandeel in het totale(nationale) inkomen gegeven.Bijvoorbeeld: Inkomensgroep % aandeel van personen % aandeel in inkomen 1 laagste 20 5 2 20 10 3 20 20 4 20 30 5 hoogste 20 35

besteedbaar inkomenInkomen na aftrek van belastingen en premies, maar inclusief de overdrachtsinkomens(bijvoorbeeld kinderbijslag).cumulerenHet voorafgaande erbij optellen. Optellen van percentages van laag naar hoog.deciel10% van een groep mensendenivelleringHet groter worden van de relatieve inkomensverschillen.draagkrachtbeginselHogere inkomens moeten in verhouding meer belasting betalen dan de lagere inkomens (desterkste schouders dragen de zwaarste lasten).kwintiel20% van een groep mensen.lorenzcurve(lorenzkromme) Een grafiek die de (on)gelijkmatigheid van een verdeling weergeeft,bijvoorbeeld van de verdeling van het totale inkomen over personen of huishoudens.nivelleringHet kleiner worden van de relatieve inkomensverschillen.percentiel1% van een groep mensen.primaire inkomensInkomens (loon, rente, huur, pacht en winst) die verdiend worden in het productieproces.profijtbeginselHet principe dat de gebruiker betaalt voor een geleverde (overheids)dienst.secundair inkomenHet inkomen na herverdeling van het primaire inkomen door de collectieve sector. Teberekenen met: primair inkomen – ingehouden belastingen en sociale premies + uitkeringenen subsidies/toeslagen.

4.

Consumentenprijsindex

budgetonderzoekOnderzoek naar de bestedingsgewoonten van een modaal gezin. Onderzoek naar hetbestedingspatroon van (groepen van) consumenten.consumentenprijsindex (= CPI) Maatstaf voor inflatie. Het CPI geeft aan hoeveel procent dekosten van levensonderhoud in een jaar hoger zijn dan in het basisjaar.hypothecaire lening (= hypotheeklening)Lening bij een bank met onroerend goed (huis of grond) als onderpand.inflatieStijging van het algemeen prijsniveau.koopkrachtDe hoeveelheid goederen die je met je inkomen (of een euro) kunt kopen. Reële waarde vanhet budget.nominaal inkomenHet bedrag dat je in euro’s verdient. Het inkomen gemeten in geld.onderpandEen onderpand in de economie is als je iets waardevols hebt en dat gebruikt om geld telenen of om een transactie te doen. Het is een soort garantie of zekerheid voor de persoonof het bedrijf dat jou geld leent of met jou handelt.Stel je voor dat je geld wilt lenen van de bank om een huis te kopen. De bank kan het huisdat je koopt als onderpand gebruiken. Dit betekent dat als je niet in staat bent om de leningterug te betalen, de bank het recht heeft om het huis te verkopen om haar geld terug tekrijgen.Onderpand is dus een manier om risico's te verminderen voor de persoon of het bedrijf datgeld uitleent of zaken doet. Het geeft hen een vorm van zekerheid dat ze iets waardevolskunnen krijgen als de andere partij niet aan haar verplichtingen voldoet.reëel inkomen (= koopkracht)De hoeveelheid goederen die je met je inkomen kunt kopen.FgsfactorenGeven aan welk deel van de totale uitgaven aan een bepaalde artikelgroep wordtuitgegeven

conjunctuurzit je boven de trend (midden lijn) dan heb je veel bestendigingen, werkgelegenheid en veelproductie (hoog conjuctuur). een laag conjuctuur is het tegenovergesteldeConjunctuur beleid is het beïnvloeden van de conjunctuur lijn door middel vanwerkgelegenheid aan passen.als de er een te hoge conjunctuur is dan, zal er uiteindelijk inflatie komen omdatproducenten dan niks meer kunnen produceren. dat is het ook bij te laag. ze willen dus dichtbij de trend blijven.als veel mensen werken word er veel belasting betaald.ingebouwde stabilisatoren

Economie samenvatting jong en oud - lweo/lesbrief-jong-en-oud-5e-druk/ HOOFDSTUK 4 - JONG EN OUD 4. - Studeersnel (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Barbera Armstrong

Last Updated:

Views: 6098

Rating: 4.9 / 5 (59 voted)

Reviews: 90% of readers found this page helpful

Author information

Name: Barbera Armstrong

Birthday: 1992-09-12

Address: Suite 993 99852 Daugherty Causeway, Ritchiehaven, VT 49630

Phone: +5026838435397

Job: National Engineer

Hobby: Listening to music, Board games, Photography, Ice skating, LARPing, Kite flying, Rugby

Introduction: My name is Barbera Armstrong, I am a lovely, delightful, cooperative, funny, enchanting, vivacious, tender person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.